Loper: Sander van Maas, 47 jaar
Doel: Domweg rennen
Hardloop idool: De extra man die ontstaat wanneer je in sync loopt met andere lopers
Trainingsfrequentie: 2-3 keer per week, afgewisseld met de gym
Met hardlopen ben ik begonnen een beetje zoals het de mensheid verging. Na twintig jaar baantjes trekken kroop ik aan land. Ik kon geen babyblauwe tegels meer zien. Het werd de gym, want dat deden die zwemkampioenen ook. Maar ik wilde nog iets anders. Mijn oog viel op de loopband. Ik krabbelde op, en begon te rennen. Drie kilometer zweten op tennisschoenen. Dat was eind 2011 (die achillespeesblessure ook).
Nadat ik wat betere spullen had gekocht ging ik regelmatiger, ook naar buiten. Eerst in het Vondelpark, maar al vrij snel overal waar ik maar was. In de Californische hitte, onverstandig midden op de dag, en zonder water. Het maakte niet uit. Ik genoot van de vrijheid om je schoenen aan te trekken, en te gaan wanneer je maar wilt. Niet langer de zwembadschema’s naast elkaar hoeven leggen om te zien of je ergens terecht kunt. De loopcultuur, met al die über-hippe outfits en evenementen met coole medailles, het was een verademing. Een hardloper zie je niet, totdat je hem opeens ziet.
De aanloop naar de marathon van Parijs (april 2014) was even vrijblijvend als al mijn andere loopjes. Begin 2013 liep ik mijn eerste 10 kilometer wedstrijdje in het Vondelpark, gevolgd door de andere loopjes van het Rondje Mokum. Geweldig leuk, en low key, hoe hard er vaak ook werd gelopen. Dat groeide vijf maanden later uit tot een halve marathon – wat een hel, dit nooit meer! – en voor ik het wist zat ik op het spoor voor een hele. Van hardlopen heb ik nog altijd geen verstand, en van hersteltijden en trainingsvariatie nog minder. Op mijn benenwagen zat in die tijd maar één versnelling, en daar liep ik eigenlijk alles mee. Zo hard mogelijk, en boem is ho. In Parijs werd het bijna ho, maar ik heb hem wel uitgelopen (heeee).
Inmiddels werk ik bij Loopwijzer aan meer techniek en verantwoord opbouwen. Op mijn wagen zit nu een mooi technisch duur-loopje met 180 passen per minuut. En ik race nog steeds plankgas tijdens de intervaltrainingen. Maar tot mijn stomme verbazing is mijn derde versnelling verdwenen, waarmee ik mijn lange afstanden liep. Ademhaling, voetplaatsing, snelheid – niets klopt meer. Maar dat schijnt er bij te horen als je van techniek verandert. Er staat Berlijn in de planning, en een lange trail in de Ardennen, eind deze zomer. Voor die tijd zal het allemaal weer op zijn plek vallen, stelt Nils mij gerust.
Hardlopers hebben iets onverwoestbaars. Die willen alleen maar dóór. Eindelijk begrijp ik die maniakale muziek van Philip Glass op mijn playlist. Einstein on the Beach. Dat stuk moet wel gaan over rennen. Over een eindeloze, zonovergoten branding. Over hoe de tijdruimte verbuigt wanneer je helemaal in je cadans zit. Over een verkoelende duik achter de horizon… Als je goed luistert hoor je de duurloop in de Kennermerduinen, maar dan zonder het vrolijke gekwetter van de loopgroep. Morgen mogen we weer.
Leave A Response